De Club

Het verhaal van CEC begint in 1911 toen in Emmer-Compascuum de ‘Compascumer Voetbal Club’ (CVC) werd opgericht. ‘Een paar middelbare scholieren ging ergens een balletje trappen. Het ging allemaal niet echt officieel, met een bestuur en dergelijke. Het is ook niet duidelijk wanneer de club precies werd opgericht. De KNVB houdt 1 augustus 1911 als officiële oprichtingsdatum aan, maar het kan ook best 6 of 20 augustus zijn geweest.’

In het prille begin was er niet eens een competitie. In 1914 sloot CVC zich aan bij de pas opgerichte Veenkoloniale Voetbal Bond, dat in 1926 opging in de nieuwe Drentse Voetbal In de eerste jaren concentreerde het voetbal zich op een veld achter hotel/café/restaurant Abeln. ‘Johannes Abeln was echt sportgek, maar hij had er natuurlijk ook belang bij dat er bij hem werd gevoetbald. Dat leverde natuurlijk inkomsten op.’ In Emmer-Erfscheidenveen werd in 1932 EEVV (Emmer Erfscheidenveense Voetbal Vereniging) opgericht. CVC was de club van de gegoede burgerij ambtenaren en onderwijzers, terwijl EEVV een arbeidersclub was. In 1947 fuseerden de twee clubs tot het huidige CEC .

Kampioenschap

Het eerste sportieve hoogtepunt van de club was het kampioenschap van Drenthe in 1938, waardoor het in de landelijke derde klasse van de KNVB mocht spelen. ‘Vanaf die tijd was het al een belangrijke vereniging. Na de oorlog ging het alleen maar beter’, vertelt Van der Kaap. ‘Met onder andere de gebroeders Theo en Johannes Abeln en Jan Barelds bereikte CEC eind jaren vijftig de tweede klasse. In 1970 werd onder leiding van trainer Dirk Schievink zelfs de eerste klasse bereikt.’ In ‘100 jaar onze club in blauw en wit’ wordt uitgebreid stilgestaan bij de grootste sportieve successen van CEC, in de jaren zeventig. ‘In het seizoen 1972/1973 eindigden CEC en Germanicus beide als eerste in de eerste klasse. De beslissingswedstrijd in Klazienaveen om de titel won CEC door een goal van Jo Robben.

Het is het absolute hoogtepunt in de clubgeschiedenis. CEC mocht daarna meedoen in de landelijke halve competitie om de algehele zondag amateurtitel, maar dat werd een flop’, weet Van der Kaap. Daarna zette langzaam het sportieve verval in. In het seizoen 1974/1975 was CEC weliswaar een van de clubs in de nieuwe hoofdklasse bij de zondagamateurs, maar daarin hield het slechts twee seizoenen stand. ‘CEC is nooit meer op dat niveau teruggekomen. In de jaren negentig is de ploeg zelfs afgezakt naar de vierde klasse.’ ‘Trainer Willem Zwikker zorgde vervolgens voor een revival door in drie jaar van de vierde naar de eerste klasse te promoveren’, vervolgt de sportjournalist. ‘Dat gebeurde vooral met spelers van buitenaf.

Eigen jongens

Enkele jaren geleden heeft CEC besloten om met eigen jongens verder te gaan.’ De laatste jaren speelde CEC wisselend in de tweede en derde klasse. Kortgeleden pakte CEC de titel waardoor het volgend jaar weer in de tweede klasse speelt. ‘Ik denk dat dit niveau het hoogst haalbare is.’ Ooit was er ook zaterdagvoetbal in Emmer-Compascuum. CEVO ging begin jaren zeventig op in CEC, waarvan het eerste zaterdagelftal jarenlang in de vierde klasse speelde. Wegens te weinig belangstelling kwam daar op een gegeven moment een einde aan. ‘Binnen de club is het zaterdagvoetbal nooit echt populair geweest.’ Het meest opvallende in honderd jaar CEC is volgens Van der Kaap het grote fanatisme bij de spelers en supporters. ‘Ze hebben alles voor de club over.